Het stemmen
De pianostemmer kan een piano op zijn gehoor stemmen. Het menselijk gehoor is het meest directe controlemiddel voor een stemming. Maar ... volgens de "technische psychologie" heeft het menselijk gehoor een afwijking. Ons brein neigt namelijk alle toonhoogten naar de spraakhoogte te vertalen. Dat zijn de middelste tonen van het klavier. Met een frequentiemeter exact gestemde tonen klinken de laagste tonen klinken dus iets hoger en de hoogste tonen iets lager dan ze in werkelijkheid zijn . Als men nu vakkundig op het gehoor een piano stemt, worden de tonen op de goede hoogte gezet, dus de laagste tonen stemt men automatisch iets lager en de hoogste tonen stemt men iets hoger ('n paar cents; cent = deel van 1Hz.).
De "duidelijkheid" van het geluid van een piano of vleugel varieert per instrument, dat ligt o.a. aan de boventonen en de kwaliteit. De ene piano klinkt rond en warm en de andere klinkt hard en fel. Een stemmer luistert niet naar de "kleur" van het geluid maar naar de zwevingen achter de tonen. De "klankkleur" van de toon bepaald wel mede of het instrument duidelijk klinkt. Dit heeft invloed op de stemming van de piano.
Een pianostemmer heeft ± drie kwartier tot een uur nodig om een piano goed te kunnen stemmen. Duurt het korter dan gaat het om wat bijstemmen of een turbostemmer.
Als een piano op 440hz = orkesttoon = standaardhoogte gestemd moet worden, moet men een piano of vleugel in de regel één á twee keer per jaar laten stemmen. Toch staan veel instrumenten lager gestemd, soms wel een kwart tot een halve toon. Hier zijn enkele oorzaken voor te bedenken.
- Het kan zijn dat de piano niet regelmatig is gestemd
- De piano is in een slechte conditie (b.v. losse stempennen)
- De piano is kwalitatief slecht (constructie)
- Dubieuze stemmers.
Als de "gezakte" piano weer op orkesttoon moet komen te staan en het blijkt dat de toonhoogte; het spanningsverschil erg groot is (een kwart toon of meer). Dan lukt het in de regel niet met één keer stemmen en moet de piano twee tot drie keer achter elkaar opgestemd worden. Zodat de spanning van de snaren gelijkmatig opgezwikt kunnen worden. Per kwart toon hoger wordt er zo'n vijfhonderd kilo op de totale snaarspanning toegevoegd.
Bij het stemmen kan 'n elektronisch stemapparaat voor de professionele pianostemmer een goed hulpmiddel zijn, het is een extra controlemiddel. Er zijn stemmers die niet zonder het elektronisch apparaat kunnen. Diegene merken dan dat het stemmen van een piano of vleugel niet alleen het luisteren naar 'n toonhoogte is, maar ook de techniek van het draaien met de stemhamer aan de stempen, wat zeker zo moeilijk is dan het luisteren zelf.
Het stemmen begint met, de eerste snaar van de a' toon op de toonhoogte van de stemvork (= 440 hz ) te brengen, gevolgd door de twee naastliggende snaren die precies op de eerste snaar gestemd moeten worden. Daarna gaat men met behulp van de kwintencirkel het eerste octaaf maken. Van de toon a t/m a' . Andere methoden zijn van E t/m a#' of F t/m a' . Als het eerste octaaf gereed is, volgen de andere. Eerst met halve tonen naar de laagste bas A3 = sub-contra octaaf, daarna naar de hoogste toon c5, of bij sommige, meestal oudere piano's naar a4. Onder het stemmen controleert men met intervallen, zoals tertsen, kwarten, kwinten, seksten, octaven, decimen, en duodecimen. Dit is noodzakelijk om een goede stemming "neer te zetten". Hier geld wel, hoe beter en duidelijker de toon hoe beter het resultaat.
Niet zelden komt men in allerhande piano's onduidelijke snaren tegen, n.l. zelfzwevende snaren. Zelfzwevende snaren kunnen erg lastig zijn voor de stemmer. De zwevingen beïnvloeden de tonen negatief. Ze klinken niet strak en dat gaat ten koste van de kwaliteit van de stemming. In de discant, de hoge tonen dus, komen meestal de zelfzwevende snaren voor. In een enkele snaar zit dan al een zweving (jengel). De oorzaak hiervan zit meestal in de snaar zelf, die niet goed gemonteerd is of gewoon door de tand des tijds is uitgezakt in de kam of brug en is gaan zweven. Bij oudere piano's komt het regelmatig voor, maar nieuwere hebben er soms ook last van. Als stemmer probeer je dan de ene zweving tegen de andere weg te draaien.
Het controleren van een pas gestemde piano
Om nu duidelijk te maken hoe men de pas gestemde piano kan controleren, volgen hier een paar controlepunten. Een enkele pianotoon heeft een, twee, of drie snaren. Die moeten exact gelijk en zwevingloos gestemd zijn om de intervallen goed te kunnen controleren. Men mag dus in een enkele toon geen zweving horen. Men kan daarna de stemming controleren op de volgende intervallen; grote tertsen, kwarten, kwinten, octaven, decimen en duodecimen. De kwart en de kwint b.v. hebben een zweving van ± één seconde. Octaven moeten heel strak en zuiver klinken. Daarentegen klinkt 'n grote terts en de sekst, in het klein octaaf, ( het midden van de piano) b.v. a - c# met ± 4 zwevingen per seconde. Een duidelijk controlemiddel is 'n toonladder te nemen, op en neer van een paar octaven. Dan kan men duidelijk horen of er eventueel afwijkingen in zitten.
Wel heel goed luisteren. ; -)
Woont u binnen 20 km dan kunt u met mij altijd contact opnemen voor het pianostemmen.
Technisch:
Projecten: